Op donderdag 22 september werd in ARhus het startschot gegeven van de Roeselaarse coalitie tegen burn-out. We kregen de documentaire ‘Burning Out’ van de Belgische cineast Jérôme Le Maire voorgeschoteld, gevolgd door een panelgesprek met 2 zorgmedewerkers.
“Waar mensen voor mensen zorgen, kan het werk mensen zelf ziek maken,” vertelt een ziekenhuismedewerker in de film. Burning Out is niets minder dan een mokerslag. De film biedt een rauwe doorlichting van het reilen en zeilen in een middelgroot Parijs ziekenhuis. Chaos overheerst er en planning ontbreekt. Quasi elke morgen wordt vastgesteld dat operatiezalen volgeboekt zijn en moet men improviseren met patiënten die geboekt staan voor een ingreep.
"Waar mensen voor mensen zorgen, kan het werk mensen zelf ziek maken"
“Ik ben heel trots op mijn beroep,” zegt een anesthesiste, “maar ik vind mijn werk niet meer zinvol.” Mensen branden op, spanningen tussen het medisch personeel lopen op, ongenoegen en frustratie krijgen de bovenhand en incidenten volgen elkaar op. “Er is een metamorfose nodig,” vat een andere werknemer de noodsituatie samen. De directie laat een audit uitvoeren die pijnpunten en oplossingen moet blootleggen. De enige conclusie is dat ieder zijn prestatie moet optimaliseren. Over de werkkwaliteit wordt niet gesproken. Een toonbeeld van hoe het dus niet moet.
Kleine signalen
En toch hoeft het niet allemaal kommer en kwel te zijn. Dat toont het gesprek achteraf met Naiké Costa (projectdirecteur in woonzorggroep Zorg-Saam) en Hans Crampe (adjunct-algemeen directeur van AZ Delta). Samen met Sara Vandekerckhove, journaliste bij De Morgen, leggen ze de vinger op de wonde en geven ze aanwijzingen hoe een gezond werkklimaat kan gecreëerd worden.
Eerst nog een waarschuwing. “Mensen die in de zorg werken, vormen sowieso een risicogroep voor burn-out,” meent Hans. Deze werknemers zijn per definitie zorgzaam en vaak ook perfectionistisch. Daarom hebben ze vaak te kampen met ‘morele stress’: “Heb ik genoeg kunnen doen om de patiënt te helpen?” Die stress kan zowel fysieke als mentale kwalen opleveren en dan loert een burn-out om de hoek."
Naiké Costa maakte de grote druk op het personeel mee tijdens de covid-pandemie, toen ze directeur van een woonzorgcentrum was. Tegenover de enorme druk die er was door de acute en onbekende situatie, zorgde de verbinding tussen de personeelsleden wel voor soelaas. Ook al was er wel eens wrevel onderling, collega’s vonden steun en troost bij elkaar. “Als leidinggevende heb je daar ook een belangrijke taak in. Er is nood aan vertrouwen en een sfeer van veiligheid. Je moet echt aandacht hebben voor wat mensen zeggen. Dat zit soms in kleine dingen. Opmerken dat mensen zich anders gedragen, dat ze somberder zijn dan gewoonlijk, meer te laat komen dan vroeger…”
Een kwestie van organisatie
In de film wordt er geklaagd dat de druk en klemtoon op productiviteit veel kapot heeft gemaakt. Maar zowel Naiké Costa als Hans Crampe halen aan dat efficiëntie en menselijkheid elkaar niet hoeven tegen te spreken. Integendeel: relaties op het werk kunnen pas bloeien wanneer er een goede organisatie en planning is. Een duidelijke omkadering en structuur zijn nodig om goed te kunnen werken. “Die relaties zijn heel belangrijk,” vindt Naiké Costa. “Het loopt mis als mensen voortdurend kritiek geven op elkaar, defensief reageren, minachtend zijn voor elkaar. Het ‘Toyota Productie Systeem’ werkt niet in de zorg, maar een goed management kan wel degelijk tegemoet komen aan de vragen van medewerkers. Hadden we maar meer tijd voor de zorg.”
Hadden we maar meer tijd voor de zorg.
Kevin De Bruyne
Burning Out toont ook een aantal conflicten tussen dokters en verpleegkundigen. Het is al te gemakkelijk om de hiërarchie daarvan de schuld te geven. Die hiërarchie is ook nodig, meent Hans Crampe. De dokters hebben de eindverantwoordelijkheid voor het welzijn van de patiënten, dat is helder. Maar het verschil in rang mag niet staan voor een gebrek aan respect. Ieder heeft een eigen verantwoordelijkheid. Belangrijk is dat problemen altijd op een respectvolle manier besproken en verholpen kunnen worden.
Hans Crampe pleit voor ‘vertraagde tijd’ en haalt Kevin De Bruyne er (spreekwoordelijk) bij. Op het veld kan De Bruyne voor rust zorgen, even de bal aan de voet houden. In een organisatie heb je ook een pauzeknop nodig, bij alle veranderingen die een organisatie meemaakt, moet je ook eens kunnen stilstaan.
En dat vat Naiké Costa nog eens samen. Een organisatie moet voor veiligheid zorgen, een omgeving waar medewerkers zichzelf kunnen zijn, zich goed kunnen voelen, en waar de morele werkstress zo laag mogelijk is. Daarvoor heeft een organisatie een strategie nodig, een richting waar ze naartoe gaat. Een welomlijnde en efficiënte richting, motiveert iedereen.
Blik op de toekomst
“Er zijn veel veranderingen op til, terwijl medewerkers meestal geen verandering willen. We weten niet hoe een ziekenhuis er over 20 jaar zal uitzien.”, aldus Hans. “In de VS wordt er momenteel geëxperimenteerd met een ‘ziekenhuis’ zonder bedden, waar via monitoring patiënten thuis begeleid worden. Met andere woorden, het einde van de veranderingen is nog lang niet in zicht. En daarbij zit het management natuurlijk niet stil. Het belangrijkste daarbij is focussen waar je naartoe wil. Richt jezelf op het aanbieden van kwalitatieve zorg.”