Actualiteit

Op de sofa met Kati Verstrepen: een terugblik

Een pleidooi om te protesteren voor het recht op protest.

13

"Het enige dat ik goed kon, was babbelen." Het gesprek met mensenrechtenadvocate Kati Verstrepen - op 27 februari - is nog maar net begonnen, en ze benadrukt meteen de kracht van woorden, van "je kwebbel opendoen". En dan niet zozeer voor jezelf, maar voor wie dat niet kan. 2 uur later zal ze de cirkel rondmaken, door te benadrukken dat mensenrechten er niet alleen zijn voor 'ik ik ik', maar voor iedereen.

Die bescheidenheid - en wijde blik - typeert Kati Verstrepen, die al 7 jaar voorzitter is van de Liga voor Mensenrechten, en er met een kwinkslag aan toevoegt dat ze haar mandaat met plezier wil overdragen aan een waardige opvolger. Iemand in de zaal misschien?

Haar specialiteit is migratierecht ("noem het geen vreemdelingenrecht"), en daarin heeft ze haar werk zien verschuiven. "Tegenwoordig moet ik de helft van de tijd tegen mensen zeggen dat ik hen niet kan helpen. Dat is emotioneel moeilijk. De Dienst Vreemdelingenzaken neemt de beslissingen, maar wij moeten het wel aan de mensen uitleggen."

Ze neemt een lange aanloop om tot het thema van de avond te komen, het recht op protest en burgerlijke ongehoorzaamheid. Die aanloop is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en meer bepaald artikel 1: "Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren." Veiligheid werd gewaarborgd door mensenrechten. Zo werd het jarenlang geloofd. De breuklijn kwam er met 9/11, in 2011. Toen werd het dominante discours veiligheid versus mensenrechten, en werden alle idealen op de schop genomen. En nu zitten we op een hellend vlak.

Want ook hier, bij ons, in een politiek klimaat dat gekenmerkt wordt door een doorgedreven participatie ("het is een ruilhandel"), komt de werking van het parlement en haar parlementariërs (als vertegenwoordigers van het volk) in het gedrang. Als dan ook nog het recht op protest aan banden wordt gelegd, dan beland je dus op dat hellende vlak, en meer en meer aan de verkeerde kant ervan. Voorbeelden genoeg: hoe je toelating moet vragen om te protesteren (nochtans een basisrecht), hoe het op bepaalde plaatsen verboden is ("als je al niet meer aan het stadhuis van Antwerpen mag protesteren, wat heeft het dan voor zin?"), dat GAS-boetes tot € 350 worden uitgedeeld, en intimidatie door politie vaak meer regel dan uitzondering is.

Het is ook de teneur van Joeri Thijs, woordvoerder van Greenpeace, die halfweg de avond aanschuift op de sofa. Ook daar komt de solidariteit om het hoekje loeren: "als grotere organisatie is het onze taak om te werken in het belang van kleine organisaties en burgers die minder slagkracht hebben." De Liga kiest vooral voor de juridische weg ("wij zijn salonactivisten"), volgens Greenpeace mag protest best ook disruptief zijn, want het heeft zijn waarde doorheen de geschiedenis genoeg bewezen. "Het doet de politiek bewegen". Over de rol van geweld valt te discussiëren, en dat wordt ook gedaan. Dat het momenteel wellicht niet het goede moment is om voor de klimaatzaak geweld te gebruiken, aldus nog Joeri Thijs.

Simon Verschelde, duivel-doet-al uit het Kortrijkse, kiest voor positieve acties in de publieke ruimte (o.a. met LieveZusjes StoereBroers, Wildebras, de Big Jump,...), die hun weg vinden naar beleidsbeslissingen en zo steentjes verleggen. En passant geeft hij ook mee hoe hij - het is lang geleden - met een post op sociale media de kap van enkele bomen in Kortrijk heeft kunnen tegenhouden. "Simon is te bescheiden", vindt Joeri Thijs, want van groot- tot kleinschalig: die diversiteit aan manieren om te protesteren toont dat protest - ondanks een kwalijke beeldvorming in de media - best nog alive and kicking is. Elk heet hangijzer vindt wel zijn eigen manier van protest. Er wordt een heel pallet bestreken, en die diversiteit is opmerkelijk. Dat de Liga voor Mensenrechten recent ook de kunsten aangrijpt om te sensibiliseren (bij het project Fallen City, rond camera's met gelaatsherkenning), lijkt Kati Verstrepen zelf te verwonderen en te verbazen.

Of mensen een geweten moet worden geschopt, daar zijn de meningen verdeeld over. Simon vindt dat mensen wel wakker mogen worden geschud, Joeri verwijst naar de tattoo die hij al even geleden heeft laten zetten: Live and let live. "Ik wil mijn keuzes niet opleggen aan anderen, maar wel inspireren". Ook Kati Verstrepen heeft "geen bekeringsdrang", maar wil mensen wel wakker schudden. Daar moeten ze zelf maar beslissen wat ze daarmee aanvangen.

Tot slot vraagt moderator Sandy Snoeck naar hun 'protestdroom'. Simon zou willen dat activisme geen vies woord is, dat het 'actief zijn' een positief iets kan zijn waar je trots op bent. Joeri ziet het ruimer, en zou willen dat het middenveld aan hetzelfde zeel trekt: elkaars acties ondersteunen, en er als 1 blok staan wanneer een organisatie geviseerd wordt. Dat zal de komende jaren alleen maar meer nodig zijn. Kati Verstrepen tenslotte, krijgt het laatste woord. Haar wens? Dat de Liga voor Mensenrechten op de lange termijn niet meer hoeft te bestaan, "dat we overbodig zijn". Dat zou wel iets zeggen over de staat van de mensenrechten. Tot het zover is blijven ze alle drie, elk op hun manier, hun recht op protest, en het bevragen van de status quo, uitoefenen.

Datum bericht di 4 maart '25