Avansa-collega Kurt blikt terug op de Langste Taarttafel in het detentiehuis Kortrijk.
Zondag 25 mei 2025.
Het is 14u15, ik spring op mijn fiets, en trap richting ’t Hoge, waar het Detentiehuis Kortrijk ligt. Op het programma: de tweede editie van de Langste Taarttafel. Een activiteit die vorig jaar de Matexi-award opleverde, maar vandaag hoop ik vooral dat het weer wat mensen dichter bij elkaar brengt.
Bergop, onder een voorzichtig zonnetje, klopt mijn hart wat sneller. Niet alleen van het fietsen. Hoe zal het zijn, straks, daar op de binnenkoer van het detentiehuis? Wie komt er? En hoe zullen die ‘puzzelstukken van verbinding’ - de grote, rode tegels waarmee bewoners en buurtbewoners de afgelopen weken samen met kunstenares Corry Vandermassen creatief aan de slag gingen - in elkaar vallen.
Als ik aankom, is het al een drukte van jewelste. Merel en Stan - mijn compagnons de route in het detentiehuis - hebben samen met de bewoners alles al klaargezet: tafels, stoelen, koffie, de taarttafel onder een grote tent (stel dat het toch regent). Stan werkt voor De Rode Antraciet, Merel is organisatieondersteuner in het detentiehuis. Leen en Carine, onze enthousiaste vrijwilligers van Avansa, zijn er ook net. Ze zijn nog vol van gisteren, toen ze samen met bewoners taarten hebben gebakken.
De geur van koffie mengt zich met het voorzichtige geroezemoes van binnenkomende buurtbewoners met hun eigen (al dan niet zelfgebakken) taart. De taarttafel groeit aan, de sfeer is gemoedelijk, ‘ip zen zundags’. Dit zit goed.
En dan die puzzelstukken: wat een kleur! Wat een variatie! Elke tegel vertelt een verhaal. Van hoop, heimwee, een lach, een traan. Samen vormen ze op de binnenkoer een slinger. Er liggen nog lege stukken, klaar voor nieuwe handen, nieuwe verhalen.
Om 15u openen Petra en Els, de directeurs van het detentiehuis, de namiddag. Ze vertellen over het belang van zo’n informele momenten: voor de bewoners, maar ook voor de buurt. Merel legt nog even uit hoe het zit met de puzzelstukken, en hoe je zelf een stukje kan inkleuren. En dan… gewoon: koffie schenken, babbelen, luisteren, taart proeven.
Ik praat met M, een bewoner. Hij is zichtbaar trots als hij zijn puzzelstukken toont. Met veel zorg heeft hij ze beschilderd, een soort abstract werk. Hij vertelt hoe het eerst wat onwennig was - creatief bezig zijn, met anderen, in groep - maar hoe fijn het voelde om zijn gedachten even los te laten. Om samen met Corry en de andere deelnemers te werken, te lachen, te zwijgen ook.
C, een buurtbewoonster, vertelt dat ze nieuwsgierig was. Wie zijn de mensen achter die muren? Ze vond het traject met de puzzelstukken een ideale manier om elkaar te leren kennen, zonder dat het geforceerd aanvoelt. “Als je samen iets maakt, vallen oordelen weg,” zegt ze. “Dan zie je gewoon mensen.”
R, ook een buurtbewoner, vertelt hoe hij geen ‘last’ ervaart van het detentiehuis. “Het is een gebouw waar altijd mensen gewoond hebben. Vroeger een woonzorgcentrum, nu een detentiehuis. Mensen moeten toch kansen krijgen, niet?” Hij vraagt : mogen ze hier zomaar buiten? “Ja en nee,” leg ik uit. Met een uitgangsvergunning kan dat: om te werken, om familie te zien, om een traject te volgen bij CAW of VDAB. Re-integratie begint van dag één.
Y, een bewoner, toont me zijn puzzelstukken: levendige kleuren, figuren verwijzend naar zijn thuisland. Hij wil zo graag werken, zegt hij. Om een leven op te bouwen, maar hoe dat nog niet lukt. Of het label ‘detentiehuis’ daar iets mee te maken heeft, vraagt hij zich af. Misschien wel. Ondertussen werkt hij in de werkplaats van het detentiehuis, kleine opdrachten voor bedrijven. De dagen zijn lang, zegt hij, maar hij probeert het. Het verleden loslaten, in het reine komen met iedereen en zichzelf, dat is zijn weg. “’t Komt goed,” zegt hij. Ik geloof hem, en toch, het blijft hangen.
Corry straalt. Haar energie, haar passie, ze was de motor van het creatief traject met de puzzelstukken. Ze vertelt me hoe fijn het was, maar ook wel wat spannend. Gingen de deelnemers het niet onnozel vinden? Ging het samenwerken lukken? Maar het werkte, en ze is fier op de resultaten. Haar energie werkt aanstekelijk. Je voelt dat ze iets losmaakt bij mensen.
Leen en Carine vertellen hoe het was om zaterdag samen met bewoners te bakken. Hoe de verhalen vanzelf kwamen. Hoeveel ze geleerd hebben, niet alleen over gebak, maar over mensen. Dat het niet alleen ging over recepten, maar over levens. En hoe leerrijk dit voor hen was.
K vertelt met vuur over ‘KORTSLUITING’, het audioverhaal dat hij - onder begeleiding van de Unie der Zorgelozen - tijdens de voorbije winter samen met andere bewoners van het detentiehuis maakte. Over dromen, verhalen, een patchwork van stemmen. “Het is echt de moeite om te luisteren,” zegt hij, en ik beloof het te doen.
De gesprekken golven op en neer. Hier een lach, daar een serieus gesprek. De zon verwarmt de binnenkoer, de taart verdwijnt stukje bij beetje. Even neem ik wat afstand, kijk rond. Ja, het is goed. “Taart sloopt muren tussen mensen,” was onze slogan. En vandaag zie ik dat gebeuren. Met kruimels op tafel en verhalen die blijven hangen. De muren van het detentiehuis zijn er nog, maar ze lijken minder hoog.
Tegen het einde nemen de buurtbewoners afscheid. Ze zeggen dat het deugd deed, dat het soms zo eenvoudig kan zijn: koffie, een stukje taart, een babbel. Samen met Leen, Carine en een paar bewoners spoelen we ondertussen borden en tassen af, kletsen wat, ruimen mee op. Alledaags, en tegelijk bijzonder.
Op de fiets, bergaf, terug naar mijn buurt rond het Volksplein, voel ik het nog nazinderen. Dit zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn: een detentiehuis als plek waar mensen weer aansluiting vinden. Waar buurt en bewoners elkaar kennen. Waar organisaties zoals Avansa, buurtbewoners, bewoners, samen aan tafel zitten. En dat is het nog niet altijd, dat weet ik.
Maar vandaag, vandaag was het er wel.
En dat is genoeg. Voor nu.
Meer info over het Detentiehuis kan je lezen in ons Magazine DIALOOG: klik hier