Die zomer (en herfst en winter en …) van 2021 in de Ardennen
Woensdag 14 juli 2021.
Een ramp slaat toe in ons land. Dorpen en steden lopen onder water.
De watersnood besloeg in Wallonië alleen al een gebied van 100 km lang, 260 steden, dorpen en gehuchten in de provincies Henegouwen, Waals Brabant, Luik, Namen en Luxemburg. Lokale autoriteiten, het leger, de brandweer, Civiele Bescherming en Rode Kruis schieten in actie. Maar het gaat zeer stroef.
De oproep die daarop volgt om geen spontane hulp ter plaatse te bieden, wordt door burgers massaal genegeerd. In de dagen en weken die volgen trokken duizenden Vlamingen, Walen, Brusselaars, Nederlanders, … naar daar. Kelders werden leeggepompt, huizen schoongemaakt, afval weggesleept, hulpgoederen verzameld, maaltijden bereid en verdeeld, rivieren opgeruimd, muren afgekapt, psychologische hulp geboden, zorg voor dieren gedragen, elektrische huishoudtoestellen verdeeld, blazers geïnstalleerd en nog zoveel meer.
Aanvankelijk verliep die spontane hulp door vrijwilligers nog wat chaotisch, maar al snel kreeg ze meer structuur, naarmate vrijwilligers elkaar vonden via facebookgroepen en WhatsAppgroepen, en er contacten werden opgebouwd met plaatselijke contactpersonen.
En wat wonderlijk is. Waar je zou vermoeden dat de afwezigheid van formele structuren tot chaos ging leiden, bleek net het gebrek aan deze structuren van de spontane hulpverlening een succes te maken.
Solidariteit in TOPvorm.
Waarom ik dit vertel?
Awel ja.
Ik trok tijdens mijn vakantie ook als spontane vrijwilliger naar de Ardennen.
Naar Trooz om precies te zijn.
Het doet iets met een mens.
Ik wilde helpen. Solidariteit met mensen in nood. Weet wel.
We konden toch niet gewoon toekijken? Of enkel maar wat zitten toeteren via ons toetsenbord? Of gewoon door doen alsof er niks aan de hand is? Een grote verontwaardiging borrelde bij mij op over de wanordelijke manier waarop onze samenleving de ramp tijdens die eerste cruciale weken aanpakt. Een schande.
De structurele hulpverlening is ondertussen verbeterd.
Dat moet wel gezegd worden.
Ik zocht mijn weg in die (aanvankelijke) chaos, en vond enkele vrienden bereid om mee te gaan. Die net als ik met een bang hart en tegelijk met enorm veel goesting wilden … aanpakken. Wilden doen.
Die eerste dag staat nog steeds in ons geheugen gegrift: hartverscheurend en hartverwarmend.
Omdat aan mij geen Angus MacGyver verloren gegaan is, zocht ik toch wat omkadering. Want ja. Waar gaan we terechtkomen? Hoe gaat dat daar gaan? Welk materiaal moeten we meenemen? Een gans weekend worstelde ik me doorheen facebookgroepen en WhatsAppgroepen, en vond online uiteindelijk Juan Herrero.
Juan.
Korporaal bij de brandweer van Kortrijk.
Juan was reeds verschillende keren in zijn vrije tijd naar de Ardennen geweest om te helpen. Ik stuurde een bericht naar Juan, en ik zei hem wat overmoedig dat wij met hem gingen samenwerken. Te nemen of te laten. … En toen kreeg ik vrij snel een berichtje terug.
Woensdag 26 juli, 9u aan de Kerk van Trooz in de buurt 'La Brouck Cité'.
En toen was het voor echt.
We ontmoeten elkaar die dag effectief aan die bewuste kerk (enfin, wij stonden eerst aan de verkeerde kerk natuurlijk. Er is duidelijk nog werk aan mijn oriëntatievermogen). De weg er naartoe troffen we vanaf Luik tot in Trooz verwoeste huizen aan, auto's in bomen, een Delhaize in puin, het leven van mensen in stukken verscheurd op straat … we werden stiller en stiller in de auto.
Eenmaal in Trooz werden we door Juan en zijn drie kompanen brandweermannen al heel snel meegenomen in de Helpende Handen dynamiek. In een mum van tijd vormden 'vreemden' een team, en verzetten we die dag bergen werk. We doken in donkere kelders om modder uit te scheppen, braken vloeren uit, ruimden tuintjes op, trokken Gyproc los, … en we waren daar duidelijk niet alleen.
De kracht van samenwerken - mijn stokpaardje, sowieso - in turboversie. We zagen overal burgers uit alle hoeken van het land samenwerken. Over rang, stand, geloof, strekking, ideologie of weet ik veel welk (onnozel) hokje nog heen. Solidariteit in zijn pure onversneden vorm. Ik krijg er nog steeds een krop van in de keel.
En na die eerste dag, volgde een tweede dag van samenwerken met Juan en de brandweermannen. En een derde, en een vierde … en er gaan er nog komen. Team ‘Kortrijk - Trooz’ kreeg vorm, en is ondertussen 'Team Iedereen' geworden met leden vanuit Kortrijk, Zwevegem, Machelen/Zulte, Bissegem, Gent, Maastricht, Aalst, …
Onlangs probeerde ik aan een vriend uit te leggen wat ik de afgelopen maand in Trooz heb gezien en meegemaakt. Ook over wat het met me deed.
Het hartverscheurende van wat de slachtoffers moeten doormaken.
De stress en de ontreddering.
Het eigenlijk niet kunnen bevatten. Wat mocht mijn stad Kortrijk onder water komen te staan? De Grote Markt veranderd zijn in een kolkende rivier van vier meter hoog? Wat dat mij zou doen mochten er de dag na een dergelijke ramp plots duizenden 'vreemden' verschijnen om te helpen. Die binnenkomen in je huis om de kelder leeg te pompen, je vernielde huisraad naar buiten te sleuren.
De onmacht.
Het moeten toelaten van anderen in je privéleven omdat je die hulp nodig hebt.
En wat met die vele slachtoffers die reeds voor de ramp in financiële moeilijkheden verkeerden. De financiële gevolgen van deze ramp zijn dramatisch: slechte verzekering, geen middelen om nieuwe huisraad te kopen, dure opruimwerken en renovatiewerken, … zich voorlopig geen andere oplossing zien dan te blijven wonen in huizen die aangetast zijn door schimmel en die onverwarmd en uiterst ongezond zijn
Ja.
Het doet iets met een mens.
'Is het naïef om te denken dat we als sociaal werkers zelf kunnen starten met het eigenhandig vertolken van de verandering die we willen in de bredere samenleving?'
Ik merkte dat vrienden en kennissen zich precies wat schuldig voelden omdat zij niet naar de Ardennen trokken om te helpen. Nergens voor nodig toch? Ik zou niet weten waarom.
En dan dacht ik terug aan de mooie column van Sarah El Massaoudi op sociaal.net**.
Sarah El Massaoudi is opbouwwerker bij Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw. In haar column vroeg ze zich het volgende af: 'Is het naïef om te denken dat we als sociaal werkers zelf kunnen starten met het eigenhandig vertolken van de verandering die we willen in de bredere samenleving?'
En daar ligt het antwoord. In al zijn puurheid én rauwheid tegelijk.
Tuurlijk is dat niet naïef! Het moet zelfs! En de wijze waarop is voor iedereen anders.
Voor mij zit dat in wie ik ben. Zoals in mijn zijn als sociaal(-cultureel) werker bij Avansa, waar ik dagelijks samen met anderen werk en strijd rond thema’s als armoede, of via projecten als Rondom Prison en DIALOOG inzet op verbondenheid tussen mensen na een conflict.
En dat geldt voor iedereen.
Hoe klein of groot de vertolking van die verandering ook is. Maakt niet uit!
Iedere kleine of grote handeling die een warme solidaire samenleving nastreeft, is in mijn ogen waardevol en noodzakelijk. Zoals de voorbije zomer … waar ik in mijn verlof met vrienden en nieuwe vrienden naar Trooz trok om ondergelopen kelders op te ruimen.
Zaterdag 4 september gaan we terug. En de 25ste september ook. En daarna terug ...
Ga gerust mee.
Kurt
Merci Ellen, Stijn, Glenn, Juan, Steven, Lynn, Bart, Nathalie, Iris, Ignace, Elison, Johan, Ed!!, Philippe, Fee, Anja, Ilse, Karen, Patrick, Frederik, Aaron, Anne, Tine, Saartje, … en de zovele vele Helpende Handen. Samen sterk!
* De intro van mijn tekstje komt uit een rapport dat is opgesteld door Ignace Cloquet, Iris Braeckman en vele vrijwilligers: Analyse van de spontane hulpverlening door vrijwilligers na de overstromingen van 14 juli 2021.
** De column van Sarah El Massaoudi: sociaal.net/column/sociaal-werk-moet-terugkeren-naar-haar-basis