Jan Timmerman (stafmedewerker Avansa MZW) ging in gesprek met Stijn en Ine (Moderator vzw) over wat het betekent om als slachtoffer het gesprek aan te gaan met een dader.
Wat aan het gesprek vooraf ging… Als decor: een staande lamp, een brede zitbank en een zitkuipje voor een interview met Stijn en met Ine (Moderator vzw), doel: een gesprek over slachtoffers en daders en vooral, over herstel.
Dinsdagavond, 14 juni 2022, Kortrijk … twaalf geïnteresseerden kwamen in Avansa MZW luisteren naar het gesprek dat Jan Timmerman voerde met Stijn en met Ine, doel: een gesprek over slachtoffers en daders en vooral, over herstel.
Stijn gaat op verschillende plaatsen zitten, zowel op de zitbank als in het kuipje, niet om de regie in handen te hebben maar om te voelen op welke plek hij best zijn zeg kan doen. Dat toont al Stijn, onderzoekend, betrokken, bedachtzaam maar geen passieve toeschouwer. Hij waakt over zijn plek, waar hij best tot zijn recht komt.
Het gesprek was nog maar goed gestart of de puntjes worden al op de i gezet. Gingen we het niet hebben over herstel tussen dader en slachtoffer?
Maar woorden zijn niet onschuldig.
Stijn wil het etiket 'slachtoffer' niet langer dragen, dat hoort bij zijn verleden, een niet mis te verstaan statement. 'Slachtoffer' past niet meer bij hem. Slachtoffer zijn, slachtoffer genoemd worden geeft erkenning aan wat gebeurd is, maar wie zichzelf slachtoffer blijft noemen, sluit zich op in het verleden en belemmert zich om er los van te komen en neemt zo zijn vrijheid af. Wie zichzelf als slachtoffer blijft zien, ketent zich vast aan wat hem/haar is overkomen. Tegelijk is hiermee de onderliggende vraag van de avond gesteld: hoe evolueer je van slachtoffer naar voorbij-het-slachtoffer of niet-meer-slachtoffer?
Ik besef pas achteraf hoe bijzonder dat is. Wie ophoudt zich slachtoffer te noemen, maakt zich ook los van zijn dader.
Voorafgaand had ik me nog de vraag gesteld of herstel überhaupt wel mogelijk is?
De misdaad, het aangedaan onrecht, de inbreuk, ... wat er ook gebeurd is, het valt niet te ontkennen. We kunnen niet terug naar het moment waar de rampspoed nog niet toegeslagen was. Wat geweest is, is geweest. Het lot is onverbiddelijk.
Soms lees je het ook in getuigenverslagen van nabestaanden na een rechtszaak: De dader heeft 20 jaar gekregen, maar wij zijn onze dochter/zoon ... voor altijd kwijt. Is er iets te doen aan dat levenslang verdict? De feiten zijn ontegensprekelijk, die vallen niet te ontkennen. Maar je kunt wel anders tegen de feiten aankijken, je kunt wel een nieuw verhaal schrijven, een verhaal waar er wel hoop is en waar er wel een nieuw perspectief is. Geef je jezelf als slachtoffer of als dader, of ook als nabestaande, het recht op een nieuw leven?
Het antwoord van Stijn op die vraag is ondubbelzinnig: ja!
Dat is ook het motief voor hem om zijn ervaringen te delen met een publiek. Hij wil een verhaal van hoop brengen. Er is leven na het slachtofferschap. Rancune is niet aan hem besteed, Stijn is niet iemand die met wantrouwen naar de wereld kijkt, integendeel. Hij onderschrijft wat Rutger Bregman uitvoerig illustreerde: “De meeste mensen deugen!”
Wat Stijn overkomen is, hebben psychologen en andere hulpverleners de term 'trauma' bedacht. Als je tussen je 7 en je 22 misbruikt bent, dan spreken we niet meer over een licht misdrijf. De verbazing en de verwondering dat voor ons een rustige, evenwichtige, krachtige man zit die een bloeiende professionele carrière heeft, is er des te groter om.
Dat wil niet zeggen dat Stijn zomaar hersteld is van wat hem is aangedaan. Dit was geen fluitje van een cent. Een nieuw verhaal vertellen, is jezelf geen sprookje wijsmaken. Het is arbeid, zoals een kind op de wereld zetten ook 'arbeid' is.
Gedurende jaren heeft hij ontkend wat er was gebeurd, heeft hij met niemand gesproken over zijn groot geheim. Niet alleen voor zijn omgeving heeft hij dit ontkend, maar evenzeer voor zichzelf. Het was gewoon niet aan de orde. De enige waarmee hij als kind iets deelde, was ... zijn hond.
Zoals wel vaker gebeurt in zulke situaties. Hij begon aan de verwerking na een pijnlijk voorval in zijn leven, dat hij totaal niet had zien aankomen. Stijn werd ontslagen in de organisatie waar hij als directeur werkte. Dat zorgde voor een eerste schokgolf. In de vakantie die hij in die periode nam, om er helemaal uit te zijn, nam hij min of meer onverwacht twee mensen in vertrouwen. Out of the blue vertelde hij wat hem ooit overkomen was. Op een of andere manier had hij gevoeld dat zij de juiste personen waren om zijn verhaal tegen te vertellen. Zij begrepen de ernst ervan en raadden hem professionele hulp aan, al dateerden de feiten van meer dan 20 jaar geleden. Maar ook dan duurde het toch nog een jaar voor hij echt aan de slag ging met wat hem overkomen was. De vlucht- en ontkenningsmechanismen werkten niet meer.
Eens hij begon te kijken naar wat er was gebeurd, was er geen weg meer terug.
Eens hij beslist had om zijn verleden niet meer uit de weg te gaan, nam hij resoluut het heft in handen. Hij zocht het mailadres van de daders, schreef hen, confronteerde hen met wat ze gedaan hadden en nodigde hen uit voor een ontmoeting.
Ook opvallend. In tegenstelling tot veel andere gevallen waarbij Moderator vzw gecontacteerd wordt door de rechtbank om in een dader-slachtoffer-traject te stappen, is er in deze situatie geen sprake van een rechtszaak. Niet omdat de zaak verjaard was, veel meer omdat Stijn een andere manier wou om in het reine te komen met wat gebeurd was. Wraak was niet waar hij op zinde.
Na zoveel jaren had Stijn geen behoefte om zijn zaak voor de rechtbank uit te vechten. Maar het is niet zo dat hij alles op zijn eentje deed, wat hij gedaan had, zou niet mogelijk geweest zijn zonder de ondersteuning van Moderator vzw.
Voor het overleg, de mogelijke aanpak, … met alle vragen, twijfel en angst kon hij terecht bij de bemiddelaars van Moderator vzw. ‘Dankbaarheid naar Moderator vzw is wat overheerst!! 'Ik zou dit niet gekund hebben alleen,' zegt Stijn. Zowel bij de voorbereiding van het gesprek als tijdens het gesprek zelf kon Stijn rekenen op de aanwezigheid en de steun van een Moderator-medewerker.
Het meest spannende was natuurlijk de feitelijke confrontatie met de daders. Aangezien een van de daders niet had gereageerd op zijn mail was de eerste confrontatie met slechts een dader. Wat je niet zou verwachten, Stijn kon zich ongelooflijk goed inleven in zijn dader(s). Met zijn feilloze intuïtie kon hij inschatten door welk proces de dader ging. Was hij zich bewust van wat hij aangericht had, was hij oprecht, kon hij verantwoordelijkheid opnemen …?
Op dat moment werd duidelijk, herstellen vraagt moed, veel moed, en bovendien een combinatie van moed en nederigheid.
En dat Stijn moedig was. Uiteindelijk kreeg hij ook contact met de tweede dader. Bij deze confrontatie voelde Stijn dat zijn spijt een ingestudeerd nummertje was, een verplicht repertoire dat hij afspeelde, niet gemeend. Herstel is pas mogelijk als excuses oprecht zijn, als de dader zijn verantwoordelijkheid opneemt, dus kwamen de excuses niet binnen bij Stijn. Hij voelde geen oprechte verontschuldiging. En wat kan je dan doen in zo’n situatie? Boos worden, in de strijd gaan, op hem inpraten, schelden, inpakken en wegwezen…? Hoe kom je op een goede manier op voor wat je nodig hebt, zonder de ander te bruuskeren of weg te jagen?
Hij krijgt een aparte ingeving, hij staat recht en omhelst zijn dader. Hoe wonderlijk ook, op dat moment gebeurt er iets bij ‘dader’ en ‘slachtoffer’. Ik stel me voor dat het Stijn op dat moment lukt om zijn dader ook los te laten.
Verre van evident. Maar Stijn ziet wel dat zijn empathie zowel een kracht als een valkuil is. De valkuil is dat hij zijn dader helemaal begrijpt, hij noemt het zelf het Stockholm-syndroom.
Ook al heeft hij niet de behoefte om de dader helemaal te begrijpen, hij komt toch dicht in de buurt. Hij vult nog aan: voor mij is het uiteindelijk gemakkelijk om dit te vertellen, jullie vinden mij moedig, jullie sympathiseren met mij, maar zet hier een dader in de zetel, gaan jullie ook sympathiseren met hem/haar? Zal je dit ook moedig vinden? Het is een open vraag, en je kunt maar bij jezelf nagaan, hoe je zou reageren in die situatie.
Op de vraag wat het 'herstelwerk' hem opgeleverd heeft, was het antwoord van Stijn kort en bondig: vrijheid.
Bemiddeling is nog altijd eerder uitzondering dan regel. Hopelijk is het verhaal van Stijn voor veel slachtoffers (en voor even veel daders) een hart onder de riem. Misschien geeft deze getuigenis hen de kracht om een stap te zetten, hoe klein ook.
Niet elk slachtoffer gaat face à face in gesprek met zijn dader, dat hoeft ook niet, er zijn vele mogelijkheden. Soms gebeurt het gesprek via video, een andere mogelijkheid is dat een groep aan herstel werkt, een groep die divers samengesteld is met slachtoffers en daders met niet-gerelateerde misdrijven.
De vraag waar ik mee blijf zitten. Hoe zit het met de dader(s)? Zitten zij ook in een hardnekkige ontkenning, hebben zij een leven na de misdaad of kunnen zij alleen maar op het ingeslagen pad verder ingaan? Wat doet herstel met daders? Is daar ook heling mogelijk?
'In Perspectief - hoe herstel je na een misdrijf' was een initiatief van Avansa MZW in nauwe samenwerking met Moderator vzw en het West-Vlaams netwerk Rondom Prison in kader van het project DIALOOG.
Lees er alles over op de website van DIALOOG: klik hier