Die vervloekte avondklok. Er werd de voorbije maanden heel wat op gesakkerd. ‘Onze grondrechten komen in het gedrang!’ Werd er (vooral digitaal) geroepen en geschreeuwd naar elkaar. En er is uiteraard veel over te zeggen. Over dit en vele andere zaken die het samen-leven op scherp zetten.
Maar.
Er is altijd (echt altijd) een maar.
Die nacht in oktober toen de avondklok inging was best spannend. We hadden er net de avond op zitten met ‘Huizen on Tour’. Maanden aan gewerkt, met een fijne ploeg in de Unie der Zorgelozen, een warme avond neergezet, met publiek coronaproof in de zaal en via streaming kijkers thuis.
Hoe raar voelde achteraf het samen-klinken met een pintje, en de klok die genadeloos tikte richting 0 uur.
...
Ik deed onlangs bij mezelf de vaststelling dat ik de voorbije maanden precies wat verdween in de veilige cocon van mijn huis. Het deed me even fronsen. Want ja … tot ergens onderweg, is niet voor niks mijn lijfspreuk.
Die vaststelling kwam er niet zomaar.
Zoals altijd (echt altijd) zit het hem in de kleine dingen.
Ik kruiste mijn pad met iemand die me een beetje meenam in haar maf (echt maf) artistiek project. En doordat zij mij eventjes toeliet in haar verhaal, gaf ze antwoorden op vragen die ik haar niet voorlegde.
Soms is een fractie voldoende.
Een duw, een komma, een zucht ... kleine dingen zijn belangrijk, ze zijn alles.
Het zette me aan het denken.
Ook over die avondklok, en de spanning die grenzen geven om van daaruit net weer vooruit te gaan.
Tijdens de voorbije winter trok ik er verschillende avonden met de stapschoenen aan op uit met enkele vrienden. We gingen op avontuur. We gingen op avondklokwandeling.
Al stappend in de veilige duisternis van de nacht, babbelden we over het leven, over de weerhaken van de liefde, luisterden we naar Guido Belcanto, dronken we een pintje, lieten we de stilte van de nacht tot ons komen, raakten we verdwaald (echt verdwaald hé) en lieten we de spanning van de alsmaar verder tikkende avondklok met volle goesting toe.
De nacht is een wonderlijk ding waar ik altijd al ben toe aangetrokken. De nachtspelen met de chiro, het ontiegelijk vroeg opstaan om dat vervloekte examen nog eens in te oefenen (en de vroege vrolijke merel de dag horen verwelkomen), het laat doorwerken aan een subsidiedossier, het hangen op café tot een gat in de ochtend en de luide stilte al fietsend naar huis.
Zalig.
De nacht is het verwachtingsvolle van de ochtendgloren. Wat was, was. Wat komt, schept mogelijkheden.
Laat ons de nacht weer omarmen, geef ruimte aan die verwondering, wees wat mild voor elkaar … en vooral laat die humor toe en ga op avontuur!
Komt goed.
Tot ... ergens onderweg!
Kurt, mei 2021